woensdag 1 april 2020

De haren van Napoleon



Op mijn werktafel staat een presse-papier in de vorm van de leeuw van Waterloo. Ik kocht het kleinood voor twee euro op een zondagse rommelmarkt. De leeuw staat op een sokkel en houdt zijn poot op de wereldbol. Het is een replica van de leeuw die bovenaan de heuvel staat in Waterloo. Vooraan vertelt de inscriptie WATERLOO, langs de zijkanten staat de datum: XVIII JUIN MDCCCXV. Op 18 juni 1815 werd Napoleon hier definitief verslagen. Het monster was bedwongen, de strijd gestreden. Het veld werd opgeruimd en de hertog van Wellington bejubeld. Een herdenkingsmonument werd opgericht op een conische piramide met aarde van het slagveld. In 1815 was Pierre-Jacques Goetghebuer 27 jaar oud en gaf als architect les aan de Gentse academie. Na de strijd repte hij zich naar het strijdtoneel om er een plan van te graveren. Deze kaart werd in heel Europa bejubeld en geroemd.

In Waterloo woont een nazaat van Goetghebuer en hij liet met veel trots een klein kistje zien. Daaruit toverde hij een minuscuul papiertje waarin je drie haren kon zien zitten. ‘De haren van Napoleon’, glunderde hij. Een relikwie in de familie, dat samen met een familieportret en een geweer uit die tijd wordt gekoesterd. Een week later zag ik het kleine leeuwtje staan op de rommelmarkt. Als een soort relikwie siert het nu mijn werktafel; het komt waarschijnlijk uit een toeristisch winkeltje van weleer. Het is iets tastbaars, iets dat je kan vastpakken. In het nieuwe museum kan je in een immersieve ervaring de strijd op het slagveld meemaken. Je moet er wel een 3D-bril voor opzetten en je vasthouden aan de balustrade is ook een goed idee. De kogels vliegen je om de oren als je de vijand op je ziet afstormen.

Door onze wereld waart er een onzichtbare vijand, die overal hel en verdoemenis zaait. Die alles op pauze zet, die ons verlamt en onze hoop zwaar op de proef stelt. We beginnen het virus onder controle te krijgen, zeggen virologen. Tot ongenoegen van een minister, die dat voorbarig vindt. Maar wij hebben die hoop nodig. Deze vijand is geen galante ridder op een paard. Het is een minuscuul, maar venijnig kreng, dat ons besluipt en een lichte voorkeur heeft voor oud. Maar ook jong ontsnapt niet.  Af en toe komt er een verhaal binnen van iemand die vrij plots aan het virus sterft. Ik weet dat ik dat beter niet lees, voor mijn eigen gemoedsrust en die van mijn huisgenoten. Gedachten dreigen met mij aan de haal te gaan, mijn hoofd te overmeesteren en mij zonder gevoel voor rede achter te laten, in volle paniek en complete verlamming. Dan heb ik last van tunnelzicht, suizen mijn oren en ga ik in vluchtmodus. Meestal kan ik die gedachten goed de baas. Mijn zelfrelativering is groot genoeg om enig gehypochonder met de nodige humor te lijf te gaan. Maar deze situatie van permanente stilstand is nefast voor alle feestvreugde ter wereld.

Er werd nog nooit zoveel afgeblazen als de voorbije twee weken.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

De draaglijke donkerte van ons bestaan

Onze rek wordt op de proef gesteld, ik voel het aan veel dingen. De tweede lockdown is nog lang niet teneinde en wat daarna komt, is v...