donderdag 9 april 2020

Een kapelletje in tijden van nood


We doen een ochtendwandeling met de hond, maar dat is slechts één excuus voor onze missie. We zijn op zoek naar mos, voor een miniatuurtuintje dat dochter in een gloeilamp maakt. Een gloeilamp, inderdaad. De dag is nog pril, maar de zon geeft al flink warmte. Ik draag toch een dikke trui en een jas, om de kilte die nog in flarden over de weg hangt op te vangen. De hond springt zoals gewoonlijk alle kanten uit, het is ons nooit gelukt om haar perfect naast ons te laten lopen. Ze snuffelt en lacht en blaft vrolijk naar de Duitse Scheper aan de overkant, die veilig ver weg is om dat te doen. Ook wij slalommen - als we een voetganger zien aankomen, steken we steevast de straat over naar de overkant. Attraversiamo, zeggen we grappend in het Italiaans, omdat we recent nog de film Eat, Pray, Love gezien hebben. Het klinkt vrolijk, bijna als een begroeting.

Aan de hoek van de straat staat een kapelletje. Ik ben dol op kapelletjes, kan het nooit laten om er even binnen te gaan. Het zijn bijna miniatuurkerkjes, om op bescheiden wijze aan contemplatie te doen. Waar wij wonen, staan er veel, meer dan honderdvijftig. Deze kapel op de hoek dateert van 1824. Ze werd in de twintigste eeuw verplaatst door het aanleggen van de straat. Op de erfgoedsite lees ik dat ze mogelijks een vervanging was van een nog ouder exemplaar. Het opschrift aan de voorzijde boven de deur is verweerd, hier en daar is een letter niet meer leesbaar. MarIa, rUst aLhIer Vast, gY ChrIstenen, VooraL DIe In nageLgaten zYt beLast. Het schrift doet ook denken aan een manuscript, met die verluchte rode letters. Geen idee waarom sommige letters hoofdletters zijn en andere gewoon klein. Het interieur is kitscherig, maar dat hoort erbij. Het is niet open, maar ik weet wat er in staat: een altaar met een wit laken over, waarop een Mariabeeld, geflankeerd door scheefgetrokken kaarsen in kandelaars en ervoor een eenvoudige houten prie-dieu. Op het altaar liggen stoffen of plastieken nepbloemen. Het kapelletje is altijd netjes, er is geen stofje te bekennen. Iemand poetst het regelmatig en ook dat is een opbeurende gedachte. Ik moet denken aan oorlogsverhalen van mémé en hoe de mensen, die anders nooit in de kerk gezien werden, nu wel plots op de knieën vielen. Devotie is blijkbaar een rekbaar gegeven.

Zoon filosofeert over het bewaren van dingen, zoals deze blogstukjes, die voor eeuwig in het archief zullen blijven. Hij wil ook iets maken dat de tijden zal doorstaan, voor die tijd nadat we de oversteek hebben gemaakt. Iets dat mensen later zullen opgraven en bestuderen. Op school worden we klaargestoomd voor het leren op afstand. Enkel de hoofdvakken staan voorlopig geprogrammeerd. Ik merk dat geschiedenis afvalt. Het is een vreemde gedachte te beseffen dat mensen zo toekomstgericht blijven, dat ze er niet bij stil staan dat geschiedenis net het begin is van alle dingen.

De straat oversteken wordt vanaf heden een waar avontuur.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten

De draaglijke donkerte van ons bestaan

Onze rek wordt op de proef gesteld, ik voel het aan veel dingen. De tweede lockdown is nog lang niet teneinde en wat daarna komt, is v...