We doen een ochtendwandeling met de hond, maar dat is slechts één
excuus voor onze missie. We zijn op zoek naar mos, voor een
miniatuurtuintje dat dochter in een gloeilamp maakt. Een gloeilamp,
inderdaad. De dag is nog pril, maar de zon geeft al flink warmte. Ik
draag toch een dikke trui en een jas, om de kilte die nog in flarden
over de weg hangt op te vangen. De hond springt zoals gewoonlijk alle
kanten uit, het is ons nooit gelukt om haar perfect naast ons te
laten lopen. Ze snuffelt en lacht en blaft vrolijk naar de Duitse
Scheper aan de overkant, die veilig ver weg is om dat te doen. Ook
wij slalommen - als we een voetganger zien aankomen, steken we
steevast de straat over naar de overkant. Attraversiamo,
zeggen we grappend in het Italiaans, omdat we recent nog de film Eat, Pray,
Love gezien hebben. Het klinkt vrolijk, bijna als een begroeting.
Aan
de hoek van de straat staat een kapelletje. Ik ben dol op
kapelletjes, kan het nooit laten om er even binnen te gaan. Het zijn
bijna miniatuurkerkjes, om op bescheiden wijze aan contemplatie te
doen. Waar wij wonen, staan er veel, meer dan honderdvijftig. Deze
kapel op de hoek dateert van 1824. Ze werd in de twintigste eeuw
verplaatst door het aanleggen van de straat. Op de erfgoedsite lees
ik dat ze mogelijks een vervanging was van een nog ouder exemplaar.
Het opschrift aan de voorzijde boven de deur is verweerd, hier en
daar is een letter niet meer leesbaar. MarIa, rUst aLhIer Vast, gY
ChrIstenen, VooraL DIe In nageLgaten zYt beLast. Het schrift doet
ook denken aan een manuscript, met die verluchte rode letters. Geen
idee waarom sommige letters hoofdletters zijn en andere gewoon klein.
Het interieur is kitscherig, maar dat hoort erbij. Het is niet open,
maar ik weet wat er in staat: een altaar met een wit laken over,
waarop een Mariabeeld, geflankeerd door scheefgetrokken kaarsen in
kandelaars en ervoor een eenvoudige houten prie-dieu. Op het
altaar liggen stoffen of plastieken nepbloemen. Het kapelletje is
altijd netjes, er is geen stofje te bekennen. Iemand poetst het
regelmatig en ook dat is een opbeurende gedachte. Ik moet denken aan
oorlogsverhalen van mémé en hoe de mensen, die anders nooit in de
kerk gezien werden, nu wel plots op de knieën vielen. Devotie is
blijkbaar een rekbaar gegeven.
Zoon
filosofeert over het bewaren van dingen, zoals deze blogstukjes, die
voor eeuwig in het archief zullen blijven. Hij wil ook iets maken dat
de tijden zal doorstaan, voor die tijd nadat we de oversteek hebben
gemaakt. Iets dat mensen later zullen opgraven en bestuderen. Op
school worden we klaargestoomd voor het leren op afstand. Enkel de
hoofdvakken staan voorlopig geprogrammeerd. Ik merk dat geschiedenis
afvalt. Het is een vreemde gedachte te beseffen dat mensen zo
toekomstgericht blijven, dat ze er niet bij stil staan dat
geschiedenis net het begin is van alle dingen.
De
straat oversteken wordt vanaf heden een waar avontuur.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten