zondag 12 april 2020

De vier musketiers


De tuin floreert onder al die voorjaarszon. Nu de narcissen stilaan hun kopjes laten hangen, steken andere bloesems de kop op. De appelbomen schieten in blad en bloem, de kweepeer staat stilaan helemaal in bloei en de wisteria strekt loom al haar tentakels uit, in alle windrichtingen. Zij is voor mij de koningin van de tuin, kan in alle richtingen bloeien en groeien en verslaat alles en iedereen die haar tegenwerkt. We eten al dagen buiten en door de veelvuldige bestellingen bij het tuincentrum, staan hier steeds meer kruiden, die we dagelijks gebruiken. De moestuinbak op het terras is gemetseld in grijze snelbouwsteen: mooi, eenvoudig en praktisch. In het begin groeiden er tal van kruiden, nu enkel nog munt, daslook, salie en dan een paar bessenstruiken. Mijn theeplantage: in de zomermaanden oogsten we er wekenlang munt uit voor eindeloze potten thee. Munt, gember en limoen is een favoriet, die we zelfs koud drinken.

Vandaag groeit er nog meer in de tuin. Het is ovaal, bruin, zwart of wit en zit tussen takken van de bomen, tussen de vroege scheuten van de munt en ook in de bloembakken verscholen. Ze zijn met velen en sieren straks als buit de ontbijttafel, die op zijn paasbest is gedekt, met het servies van mémé zaliger. Wat een weelde, denk ik, als ik alles op de tafel zet. Fruitsap, verse broodjes, zoute boter, koffie - veel daarvan en chocolade. We zijn bevoorrecht en we hebben alles. Was gisteren een stille dag van gemis, dan beiert vandaag des te harder van contentement. We zijn hier allemaal nog gezond en gelukkig en dat is het enige wat telt.

Suster Bertken bezong haar tuin: 'Ic was in mijn hoofkijn om cruyt gegaen.' Elke keer als ik met mijn schaar richting kruidenbak loop, prevel ik die zin bijna hardop. Het is een oud middeleeuws lyedeken, een liedje, dat vooral religieus getint is en moraliserend verhaalt dat men maar beter het onkruid in de tuin bestrijdt, want anders zal er niet veel goeds in groeien. Als ik denk aan de winde die hier als we niet opletten de hele tuin dreigt over te nemen, maak ik meteen goede voornemens. Een levenswandel die zoekt naar het goede, hoeft niet onder een religieus gesternte te bestaan. 't Is goed in 't eigen hert te kijken,' hoor ik Alice Nahon zachtjes neuriën. Op deze paasdag hoort dat er helemaal bij. We moeten die goede voornemens niet alleen maar op de eerste dag van het jaar maken.

Er spruit van alles in mijn tuin en in mijn hoofd. De rust zorgt voor nieuwe ideeën die uitgewerkt moeten worden. Het samenzijn smeedt hier goddank nieuwe banden. We noemen ons De Vier Musketiers en kunnen de wereld met gemak aan. Nog even ten strijde trekken en we mogen een volgende overwinning aan ons palmares toevoegen. We klinken op ons, op het leven, op de paashaas, maar ook op alle helden van de dag: de mensen die dagelijks gevaar trotseren.

Sterren fonkelen niet allemaal in de lucht.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

De draaglijke donkerte van ons bestaan

Onze rek wordt op de proef gesteld, ik voel het aan veel dingen. De tweede lockdown is nog lang niet teneinde en wat daarna komt, is v...