vrijdag 24 april 2020

Met karakter


Aan de kast in mijn werkkamer kleven verhalen vast. Het is een oud, bruin dressoir, met vier deurtjes en ouderwets beslag. Een deur wil niet meer helemaal dicht. Af en toe springt ze halsstarrig open en gunt mij zonder blikken of blozen een blik op haar rommelige binnenkant. Ik laat haar, het is een kast met karakter. Ze is gemaakt van echt hout en net als mijn kleine bureau, die eigenlijk een ouderwetse typtafel is, getuigt ze van het vakmanschap van lang vervlogen tijden, met haar laden in vol hout en zwaluwstaartverbindingen. Zo degelijk wordt niets meer gemaakt, vandaag. Ik betreur dat ergens, maar ook hier sieren kasten van een welgekend flans het zelf in elkaar-merk de andere wand, vanwege praktisch én omdat de boekenkasten die ik op het oog heb nog bij mijn ouders staan. Ik vond het dressoir in een kringloopwinkel, puur bij toeval. En zoals dat vaak gaat bij toevalligheden, paste ze precies op de plek die ik in gedachten had.



In betere tijden liep ik vaak in de kringwinkel binnen, vooral voor het ouderwets servies. Bij overlijdens worden huizen inderhaast leeggehaald en als niemand oma’s bloemetjesservies wil, dan pronkt het binnen de kortste keren daar. En ik heb er een zwak voor, vooral voor melkkannetjes en ouderwetse sauskommen, waar een bordje onder vast zit, zodat er geen saus op het tafellaken gemorst kan worden. Het doet denken aan de verhalen van mijn mémé, die opgegroeid is in een burgergezin waar een inwonende dienstbode het huishouden bestierde. Er werd gedineerd met linnen tafellakens en stoffen servietten, en het eten werd opgediend in de schalen die nu in mijn andere dressoir staan. Downton Abbey in het klein, zeg maar. Daarom kijk ik zo graag naar Britse series van de negentiende en begin twintigste eeuw: de decors zijn fantastisch. In tegenstelling tot vroeger, hou ik het ‘beste’ servies niet voor feestdagen. Dat servies komt met de regelmaat van de klok op tafel. Omdat het leuk is om een tafel mooi aan te kleden. Omdat samen zitten banden smeedt en samen eten nog meer.



Op de kast in mijn kamer liggen zoveel boeken, dat de sierobjecten erachter in het niets verdwijnen. Die kast met karakter kan met gemak tien keer dat gewicht aan. Ik vraag me vaak af wat er vroeger in of op stond. In welke kamer zou ze gestaan hebben? Wie zou elke dag de deuren geopend hebben? Misschien stond er serviesgoed in? Misschien wel het serviesgoed dat toen wat verderop in de kringwinkel te koop stond? Ik zou de vorige eigenaar willen geruststellen: hier krijgt de kast een eeuwig leven. Ze gaat nergens heen. Ze mag haar deuren af en toe zelfstandig openen. Ik wrijf ze geregeld in met het potje ouderwetse boenwas, waarvan de geur mij regelrecht weer naar vroeger brengt, toen ik nog zo klein was dat ik net boven het gesteven tafellaken bij mémé uit kwam en de tafel prachtig gedekt werd met het beste servies.



Misschien mogen we vanaf morgen weer feesttafels dekken.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

De draaglijke donkerte van ons bestaan

Onze rek wordt op de proef gesteld, ik voel het aan veel dingen. De tweede lockdown is nog lang niet teneinde en wat daarna komt, is v...