maandag 13 april 2020

Een berg die barstte


Van nature zijn wij vertellers. Als creatieve geesten opgesloten worden, dan ontsnappen we door over nieuwe werelden te lezen of te schrijven. Zoon geeft dochter een spoedcursus in een Playstationspel. Voor hem is dat een heel reële wereld. Hij speelt tegen vrienden of tegen wildvreemden over de hele wereld. Samen pakken ze zichtbare en onzichtbare vijanden aan, zoeken naar schatten en verpulveren een record, of juist niet. Dochter probeert zoon te overtuigen De Engelenmaker van Stefan Brijs te lezen, een boek dat haar aan het denken zette. Boven op zolder leeft de echtgenoot zich met zijn platenkast uit. De ene na de andere vinylschijf komt te voorschijn, nu er tijd voor is.

We spelen spelletjes waarbij je de langste trein moet maken, of ervoor moet zorgen dat een toren niet omvalt. We liggen buiten op het terras, worden verrast door een korte, maar verkwikkende regenbui, schudden binnen de druppels uit ons haar en herinneren ons een reis naar Oostenrijk met vier dagen van de zeven stromende regen. Gelukkig brak halverwege die week de zon door de wolken. Ik herinner me de eerste alm als een van de meest gelukzalige momenten ooit: hoog boven de wereld uittorenen is een fantastisch gevoel.

Drie jaar geleden waren we in Italië en dat was een ervaring die we nu nog altijd koesteren. Niet de foto's, maar de herinneringen drijven boven. Als we nu beelden zien van de lege Spaanse trappen, herinneren we ons het duurste, maar lekkerste ijsje ooit. Op dat terrasje daar aten we een pizza, waarvan we ons de smaak nog steeds herinneren. Na het hectische verblijf in Rome, de complete stilte en rust in Pompeï. We zitten op ons terras, sluiten de ogen en zijn weer daar, op dat zonovergoten terras van het hotel, waar citrusbomen in volle bloei en groei waren. Op een boogscheut van de archeologische site, waar we onderweg stopten voor een lunch van gefrituurde sardientjes, het lekkerste wat we ooit proefden, om dan uren in de stad rond te dwalen, ons te verwonderen over karrensporen van weleer, over de huizen, die nu mee bewaakt worden door zwerfhonden, die nog niet eens hun kop opheffen als je langs hen heen loopt. Ze zijn er gerust in en zijn de toeristen gewoon. We halen herinneringen op aan de beklimming van de Vesuvius, de helse rit in de toeristenbus op die vreselijk steile helling, maar ook het adembenemende zicht op Napels, dat de klim de moeite waard maakte. We hebben het stuk 'echte lavasteen' nog steeds; als een relikwie naar betere tijden herinnert het ons aan dat moment, daar boven op die berg, die honderden jaren terug een zee van vuur en lava was en het land ontredderd en in puin achterliet. We waren gepast onder de indruk, negeerden de toeristische winkeltjes en gingen toch nog eens terug naar de archeologische site, om dan het omgekeerde te doen, naar die berg staren en elkaar glimlachend toespreken: daarboven hebben we gestaan.

Het zijn de herinneringen die ons op de been houden.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten

De draaglijke donkerte van ons bestaan

Onze rek wordt op de proef gesteld, ik voel het aan veel dingen. De tweede lockdown is nog lang niet teneinde en wat daarna komt, is v...