Er zit een meikever
op het voetpad. We lopen er voorzichtig omheen en bewonderen de grootte van het
beest. Hij is enorm. Uiteraard is dat alles in proportie. Waarschijnlijk
mompelde het beest op dat moment dat wij mensen nog veel enormer zijn. ‘Is het
giftig?’ vroeg dochter. We kregen de neiging om het beestje te redden, het in
veiligheid op een groen blad of een gazon te zetten. Maar we vonden niet meteen
het geschikte werktuig of hulpmiddel om dat te doen. En je weet maar nooit of
het bijt, of steekt, toch? We liepen verder en lieten hem achter. ‘Laat je niet
vertrappen,’ zei ik nog. Een meikever is toch iets speciaals, je ziet ze niet
elke dag.
We deden oefeningen
om shin splints te vermijden (dat woord bestaat echt). Het is een ontsteking
van het scheenbeen en pijnlijk bij het lopen. Het leek te werken, net als de
tips uit het boek Morgen ga ik echt van Corien Oranje en Marijke ten
Cate. Een hardloopboek voor dummies zoals wij. Tuurlijk zijn wij geen
dummies (ik zie dochter al fronsen), maar we zijn ook geen afgetrainde atleten.
We zijn gewoon uit op wat beweging, in en uit ons kot. Tijdens de loop hebben
we geen pijn. Blijkbaar hebben we de oefeningen dan toch goed gedaan. We zijn
er belachelijk blij over en trekken ons niets aan van de vreemde blikken die
omstaanders ons toewerpen. De zon staat alweer hoog aan de hemel als we terug wandelen,
we passeren voorbij een moestuintje waar je de sla kunt zien groeien en zien
dat de meikever er nog steeds zit.
We doen schoolwerk,
dag twee. Er zijn geen online klaslokalen, maar wel een aantal taken. ‘Bandwerk,’
zucht zoon. ‘Ik zit eigenlijk liever in de klas.’ Hij heeft gelijk: jezelf
motiveren om aan de opdrachten te beginnen, zonder schoolbel, zonder
leerkracht, dat is niet zo simpel. Het lokt af en toe gebrom uit, maar ook dat
gaat voorbij. Intussen trotseert echtgenoot alweer de supermarkt om de hoek.
Morgen is het mijn beurt, voor de wekelijkse tocht naar de geitenboerderij. Verse
eieren, aardappelen en kaas. De simpele dingen in het leven blijken vaak nog
het lekkerst. En een gewoonte die je dacht te hebben, verandert eigenlijk vrij
simpel naar een andere of nieuwe gewoonte.
Ik lees een eindwerk
na van leerlingen die wel vier keer van onderwerp probeerden te wisselen. Maar
wat ben ik blij dat ik voet bij stuk heb gehouden. Ze hebben een heel mooi werk
afgeleverd. Ik stuur complimenten en een pluim. Zie je wel, denk ik. Wat blazen
de media alles ook altijd op. Ik geloof voor geen meter dat kinderen nu
achteruit gaan. Misschien zullen ze wat leerstofinhouden moeten bijbenen. Maar
de zelfredzaamheid en positieve manier van dingen aanpakken die ze nu op dit
moment moeiteloos laten zien, is iets wat van binnen uit komt. En dat toont dat
ze zich veel beter aan de situatie aanpassen dan we denken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten