donderdag 2 april 2020

Houdini


Wat is het verwonderlijk hoe snel tijd verglijdt in iets onvangbaars. Er is geen begin meer van de dag en ook geen einde. De schoolbel rinkelt niet meer elke vijftig minuten. Ik ontvang geen leerlingen meer die wat aarzelend komen binnenwaaien. Geen laatkomers meer met vindingrijke excuses. Geen verzuchtingen over vergeten of verloren schoolboeken, geen protest over een al lang geplande toets, gekibbel noch geharrewar, geen gestamp, geduw of getrek. Ik mis het onbedaarlijk, met een hunkering die met niets anders te stillen valt. De stilte van mijn werkkamer omarmt mij, maar ik laat altijd de deur open. Na de vakantie plan ik toch maar die videolessen, want doemdenkend als ik ben, ga ik al uit van 3 mei, of wie weet, nog langer.

Ik heb om tien uur een videovergadering en voel me bijzonder modern. Skype is nog maar net geïnstalleerd en is voorlopig nog een duistere grot vol geheime gangen en poorten. Maar één voor één zie ik de gezichten op de afspraak verschijnen. Wat wil ik graag een koekje presenteren of koffie uitschenken. Maar goed, ook videoschermpjes hebben hun aantrekkingskracht. Ik kijk onbeschaamd in drie werkkamers binnen en ik geef toe: ik heb mijn videobeeld gecheckt op het achtergrondplaatje. Ligt het aan een kunsthistorische achtergrond, een gevoel voor stijl of gewoonweg menselijke schaamte? Ik zou bijvoorbeeld ook tussen overvolle wasmanden kunnen gaan zitten, of naast de strijkplank. In mijn werkkamer vormen mijn boekenrekken echter een heel mooi schouwtoneel, in het midden placeer ik me op mijn troon voor het voetlicht. Laat de show maar beginnen.

Het nieuwe sociaal is nu het wereldwijde web. Ons venster op de wereld, dat wij wijd opengooien om frisse lucht binnen te laten. We roepen hallo naar elkaar en lijken wat op de tieners die onwennig op een eerste schooldag de klas weer inlopen. Het is een blij weerzien, maar het echte contact mist. Warme begroetingen, elkaar even aanraken is een diep menselijk gegeven. Ook al bewaak ik zelf mijn eigen bubbel goed, toch besluipt ook mij de nood aan fysiek contact. Afstand is nog nooit zo'n actueel gegeven geweest. In zijn boek 'Ruimten rondom' beschrijft Georges Perec de ruimte om zich heen. Hij wandelt door zijn kamers en onderzoekt die ruimte, waar we anders niet op letten. Als grenzen zo reëel worden als ze nu zijn, worden we teruggeworpen op datgene waar we anders maar zijdelings aan voorbijgaan. Vaak hebben we niet eens gezien wat er zich in onze ruimten bevindt, omdat we door doelmatigheid gedreven een soort tunnelzicht krijgen. Datgene wat op het einde van de weg ligt en we moeten of willen bereiken.

Wij zijn ons vandaag maar al te bewust van ruimte en hoe we daar uit kunnen breken. Als er iets is dat wij mensen goed kunnen, dan is het creatieve oplossingen bedenken. Als Houdini uit een kist met vijf kettingen eromheen kon ontsnappen, dan kunnen wij ook dat coronabeest te slim af zijn.

In tijden van nood kijken we beter om ons heen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

De draaglijke donkerte van ons bestaan

Onze rek wordt op de proef gesteld, ik voel het aan veel dingen. De tweede lockdown is nog lang niet teneinde en wat daarna komt, is v...