woensdag 8 april 2020

Van dingen die voorbij gaan


Ik bekwaam mij in traagheid. De uren glijden ongemerkt in elkaar over en tijdsbesef is slechts vaag aanwezig. Mijn lichaam haalt het tempo van vroeger niet meer. Of doe ik daar geen moeite meer voor? Misschien moet ik achterstevoren denken: misschien komt ook mijn gestel niet meer op automatische piloot? Tijd verglijdt, maar de wind is gaan liggen. Slierten wolken drijven voorbij. De hemel is niet doorkrast met vliegtuigstrepen. Ze zijn er nog steeds, maar ze zijn sporadischer en vervliegen sneller. Mijn brein verscherpt en zintuigen zijn gevoeliger. Het ochtendjoggen ging vlotter, zelfs de hond liep gezwinder dan anders. Het voortuintje heeft een metamorfose ondergaan. Het tuincentrum leverde de bestelling en we plantten alles uit: bloembollen die nog een tijdje verstopt zitten, narcissen en muscari, maar ook akelei. Stokjes en een touwtje tonen aan waar de grenzen zijn. Eenmaal in de groei, zullen mensen het wel uit hun hoofd laten om er doorheen te gaan banjeren, dus dan kan ook die barrière verdwijnen.

Echtgenoot wil de geheimen van het barbecueën doorgronden en verdiept zich in de grondbeginselen van het keramische ei. Het is een handig ding, niet te groot, niet te klein. Perfect voor ons vier, want zoals de man in de winkel bij aankoop zei: als je een hele grote koopt, dan gebruik je dat bijna nooit. Grootsheid zit in kleine dingen. Ik schrijf trager en bedachtzaam, probeer te focussen op één punt in de plaats van op tien tegelijk. Het zijn de dingen die voorbijgaan, maar dat is helemaal niet negatief bedoeld. De wind is gaan liggen en dat is beter voor elk gemoed. Ik krijg weer lucht en denk na over afstandsleren, nadien. Ik lees de berichten in de krant, maar de discussies op social media niet. Waarom is het voor sommigen onder ons zo moeilijk om zich naar wat simpele regels te voegen? Regels die eigenlijk gewoon appelleren aan gezond verstand. En dat heeft iedereen, dat gezond verstand.

Ik herlees Couperus, het eerste boek waar mijn oog deze ochtend op viel toen ik voor het boekenrek stond. Van oude mensen, de dingen die voorbij gaan, een roman over een geheim dat vele generaties lang blijft hangen, een soort dreigend noodlot dus. Het noodlot is iets vreemds. Sommigen zouden dit een noodlottige periode noemen. Er zijn zoveel leuke dingen die nu door het virus geschrapt worden, dat ik dat helemaal begrijp. Maar wat nu eens te meer opvalt: de stilte die beklijft, de rust die ons dat geeft, de opgeluchte zucht die de aarde slaakt.

Vanavond kijken we naar Groundhog Day, een favoriet. Een drukbezette weerman moet naar een stadje met een onuitspreekbare naam om te kijken of de bosmarmot er al zijn kopje boven de aarde heeft gestoken en of de winter dus voorbij is. Hij vindt het maar niets, maar dan treft plots het noodlot hem. Na een sneeuwstorm wordt hij elke dag weer op dezelfde dag wakker en moet hij die Groundhog Day weer opnieuw beleven.

Er zijn veel manieren van tot stilstand komen.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten

De draaglijke donkerte van ons bestaan

Onze rek wordt op de proef gesteld, ik voel het aan veel dingen. De tweede lockdown is nog lang niet teneinde en wat daarna komt, is v...