dinsdag 14 april 2020

A la recherche du jardin retrouvé


Met een piepklein schaartje en een kam in de vorm van een snor speel ik kapper en knip de haardos van zoon bij. Ik heb het de kapper zo vaak zien doen en toch is het niet eenvoudig. Mijn hart bonkt ervan, alsof ik een examen moet afleggen, maar het lijkt in orde en zoon kijkt tevreden, weer verlost van te weelderige lokken. Dochter en echtgenoot blijven op veilige afstand van de schaar. Nog geen nood aan bijknipbeurten daar. Het waait harder dan gisteren, de temperatuur is gevoelig gedaald deze nacht. We voelen het op de jogronde, want het is bar koud.

In de tuin is er van alles te doen. Echtgenoot en ik verdelen de perken. Nog maar eens de strijd aanbinden met het onschuldig ogend kruid dat winde heet. Iemand zei me ooit: winde wint altijd. Winde won vroeger, maar dit jaar hebben we plannen om daar een stokje voor te steken. Het is een plant die alles overneemt en de tuin overwoekert. Niet lelijk, maar niet te stoppen. Met gemak wikkelt zij haar ranken rondom bijna elke plant en verstikt alles wat daaronder zit. Zo moet ik regelmatig de lavendel onder de fruitbomen vervangen en daardoor is ook de roos waar lapjeskat Lizzy begraven ligt, misschien wel bezweken. We knippen de dood uitziende takken kort af en geven wat mest. De roos heet Elisabeth en krijgt nog een kans. Op hoop van zege! Miss Lizzy was de zus van Mister Darcy. Vorig jaar was een auto haar te slim af. Mister Darcy is nu de enige overblijvende kat. Hij komt 's morgens binnen, eet en drinkt wat en gaat dan ergens in huis een slaapplek zoeken. Af en toe krult hij zich op en laat een doordringend gemauw horen. Even checken of zijn huispersoneel nog weet dat hij er is. Aan het tuinhuis hangt er een bordje: 'The cat and his house holding staff live here'.

De tuin eist aandacht op en nu is daar tijd voor. We herwinnen elke dag een paar vierkante meter grond terug en zetten die naar onze hand. Onkruid eruit, dode bladeren en slakken verwijderen en ook bekijken wat er allemaal vanzelf boven de grond is komen piepen. Hoe meer naar achter in de tuin, hoe meer wildernis het lijkt. Het doet me denken aan The Secret Garden, een tijdloos kinderboek van Frances Burnett, over het weeskind Mary dat uit India komt en in Engeland bij een gebochelde oom moet gaan wonen. Ze ontdekt een neefje in het grote huis met meer dan honderd kamers, maar ook een verwaarloosde ommuurde tuin. Wat speelde die tuin tot mijn verbeelding, als kind, maar nu nog steeds. Ik doe net alsof mijn tuin een hortus conclusus is, omwald met muren en met een deur die met een grote roestige sleutel open gaat. Binnen is er eerst wildernis, maar naarmate de tuin opgeruimd wordt, komen de prachtigste bloemen te voorschijn. We zaaien en planten liefde en hoop.

Met zijn allen vinden we opnieuw de tijd uit.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

De draaglijke donkerte van ons bestaan

Onze rek wordt op de proef gesteld, ik voel het aan veel dingen. De tweede lockdown is nog lang niet teneinde en wat daarna komt, is v...