woensdag 29 april 2020

Deuren en grenzen


Vandaag was een dag vol verhalen. Ik begon met een achttiende-eeuwse boedelinventaris in het Frans en ging over naar een paar brieven van Vincent Van Gogh naar zijn moeder. Het vak paleografie, dus eigenlijk het ontcijferen van oude handschriften, brengt je over heel de wereld – vooropgesteld dat je de teksten kunt ontcijferen natuurlijk. Dat lukt de ene keer al beter dan de andere – vandaag ging het vrij goed. Ik besloot het lezen door te trekken naar de rest van de dag, gezien het regenweer. Van zodra grenzen en deuren weer opengaan, ga ik naar Alkmaar en naar Gouda. Alkmaar, omdat ik wil zien waar ‘mijn’ Arent Van Wijnendale zijn fameuze duif heeft getekend (en waarom hij haar per se eend noemde, of was het misschien een gans?). Gisteren vond ik een kaart van het gebied uit 1580 en nu zit ik daar al de hele dag naar te kijken. Blijkbaar stroomde het gebied half onder water bij hoogtij. Grote kans dus dat Arent er met een boot heen moest, of een bootje, want ik las ergens dat er geen schepen tot in Alkmaar konden komen, maar dat er wel handel was met verre oorden.



Terwijl het nieuws en de kranten blokletters de wereld insturen, over de economie die zieltogend ten onder gaat, intensieve patiënten die niet snel genoeg genezen, discussies binnen het onderwijsveld over hoe er aan al die onmogelijke veiligheidsnormen kan voldaan worden, bestudeer ik het leven in de middeleeuwen, waar men het ook geregeld aan de stok had met stadsbesturen, graven of hertogen. Het internet heeft geen grenzen. Op de ene pagina vis je oude documenten uit een archief op, op een andere volg je met een half oor een college over tekstverklaring en op een derde zoek je uit hoe dat mondmasker nu ook alweer gemaakt moet worden. Ik raak er niet wijs uit en vind dan de ultieme oplossing: iemand maakte er een van de mouw en de zoom van een oud t-shirt. Geniaal eenvoudig, ik sla het snel op en maak alvast plannen om straks een kast uit te ruimen.



Musea zouden ook weer voorzichtig aan een exit uit de lockdown beginnen. Ik ben opgetogen en hoop dat het klopt – er is zoveel nieuws dat voorbarig lekt en dat we dan noodgedwongen moeten bijstellen omdat iemand in de aandacht wilde komen door uit de biecht te klappen. En stiekem hoop ik dat naast musea dan ook de bibliotheken en archieven weer kunnen openen, want dat zou mij en mijn medestudenten erg goed van pas komen.



Echtgenoot kijkt fronsend uit het raam en ziet het onkruid met de minuut in omvang toenemen. Vooral een onschuldig ogend kruid dat Hagewinde heet. Naar het schijnt kun je daar op drie jaar vanaf komen, als je het uitnijpen van de nieuwe scheuten maar volhoudt. We zullen volhouden en victorie kraaien! We zullen deze – schijnbaar ongelijke – strijd winnen. En daarna zullen we zorgen dat het zover niet meer komt.



Nu is het wachten op deuren en grenzen die open gaan.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

De draaglijke donkerte van ons bestaan

Onze rek wordt op de proef gesteld, ik voel het aan veel dingen. De tweede lockdown is nog lang niet teneinde en wat daarna komt, is v...