Vandaag was een dag vol verhalen. Ik begon met een achttiende-eeuwse
boedelinventaris in het Frans en ging over naar een paar brieven van Vincent
Van Gogh naar zijn moeder. Het vak paleografie, dus eigenlijk het
ontcijferen van oude handschriften, brengt je over heel de wereld –
vooropgesteld dat je de teksten kunt ontcijferen natuurlijk. Dat lukt de ene
keer al beter dan de andere – vandaag ging het vrij goed. Ik besloot het lezen
door te trekken naar de rest van de dag, gezien het regenweer. Van zodra grenzen
en deuren weer opengaan, ga ik naar Alkmaar en naar Gouda. Alkmaar, omdat ik
wil zien waar ‘mijn’ Arent Van Wijnendale zijn fameuze duif heeft getekend (en
waarom hij haar per se eend noemde, of was het misschien een gans?). Gisteren
vond ik een kaart van het gebied uit 1580 en nu zit ik daar al de hele dag naar
te kijken. Blijkbaar stroomde het gebied half onder water bij hoogtij. Grote
kans dus dat Arent er met een boot heen moest, of een bootje, want ik las
ergens dat er geen schepen tot in Alkmaar konden komen, maar dat er wel handel
was met verre oorden.
Terwijl het nieuws en de kranten blokletters de wereld insturen, over de
economie die zieltogend ten onder gaat, intensieve patiënten die niet snel
genoeg genezen, discussies binnen het onderwijsveld over hoe er aan al die
onmogelijke veiligheidsnormen kan voldaan worden, bestudeer ik het leven in de
middeleeuwen, waar men het ook geregeld aan de stok had met stadsbesturen, graven
of hertogen. Het internet heeft geen grenzen. Op de ene pagina vis je oude
documenten uit een archief op, op een andere volg je met een half oor een college
over tekstverklaring en op een derde zoek je uit hoe dat mondmasker nu ook alweer
gemaakt moet worden. Ik raak er niet wijs uit en vind dan de ultieme oplossing:
iemand maakte er een van de mouw en de zoom van een oud t-shirt. Geniaal
eenvoudig, ik sla het snel op en maak alvast plannen om straks een kast uit te ruimen.
Musea zouden ook weer voorzichtig aan een exit uit de lockdown beginnen.
Ik ben opgetogen en hoop dat het klopt – er is zoveel nieuws dat voorbarig lekt
en dat we dan noodgedwongen moeten bijstellen omdat iemand in de aandacht wilde
komen door uit de biecht te klappen. En stiekem hoop ik dat naast musea dan ook
de bibliotheken en archieven weer kunnen openen, want dat zou mij en mijn
medestudenten erg goed van pas komen.
Echtgenoot kijkt fronsend uit het raam en ziet het onkruid met de minuut
in omvang toenemen. Vooral een onschuldig ogend kruid dat Hagewinde heet. Naar
het schijnt kun je daar op drie jaar vanaf komen, als je het uitnijpen van de
nieuwe scheuten maar volhoudt. We zullen volhouden en victorie kraaien! We
zullen deze – schijnbaar ongelijke – strijd winnen. En daarna zullen we zorgen
dat het zover niet meer komt.
Nu is het wachten op deuren en grenzen die open gaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten