maandag 6 april 2020

Ballast


Het is nog stil 's ochtends tijdens onze looptocht. De lucht kan niet blauwer, het gras op de weiden niet groener. De hond trippelt tussen ons in, behalve onze ademhaling en onze voeten op de grond, horen we niets. Wat kan stilte deugd doen. Er is meer volk op straat dan anders, vooral fietsers, dat valt op. We passeren ook wandelaars en joggers en twee nieuwsgierige paarden in een wei. We stoppen, wandelen een eindje, stretchen en gaan dan weer door. We motiveren onszelf met korte termijndoelen: van het hek tot aan die eerste boom. Van het paard tot het einde van de straat. Zo gaat het vlot, vlotter dan eergisteren. We lopen in de zon en dat is best warm. We slaan niet op de vlucht, we lopen omdat we dat willen, omdat we omgeven zijn door ballast en daarvan af willen. We prijzen ons gelukkig, omdat we dat nog kunnen. Een vroege tractor ploegt een veld om, een troep meeuwen cirkelt erom heen. Waar zijn zij naar op zoek? Naar lekkere hapjes die uit de vers geploegde aarde omhoog kruipen?

Ballast is een vreemd woord. Het wijst op iets overtolligs, iets wat je niet nodig hebt en wat je maar beter zo snel mogelijk weer kwijt wil. In deze wegwerpmaatschappij niet echt een nieuw begrip. Net voor de coronacrisis was plastic iets verderfelijks en werden in supermarkten gaandeweg de herbruikbare groentenetjes verplichte kost. Ik vermijd ook zoveel mogelijk het schijnbaar onafbreekbare spul, tot ik in een artikel las dat de biefstuk in een isomo bakje met plastic erover eigenlijk nog minder ecologisch is dan de verpakking, vanwege de voetafdruk. Dat zet aan het denken, vooral als Jonathan Saffran Foers 'Dieren eten' ergens in het boekenrek staat. Dan moeten we stil staan bij wat echt belangrijk is en dat is gewoon minder van alles, of gewoon niet meer alles willen. Maar goed, er zijn genoeg mensen die ook hun best doen en die hetzelfde willen. Klein beginnen dus.

Het perkje voor onze deur bijvoorbeeld. Mensen laten er van alles in achter: sigarettenpeuken, plastic, papier ... Bovendien blijkt het feit dat het duidelijk een perkje is, mensen niet tegen te houden er met fietsen of wandelwagens doorheen te ploegen. Onbegrijpelijk. Nu ja. De gemeente doet haar best, maar behalve een mooie haagbeuk en wat verdwaalde geraniums staat er niet veel in. Het is dus onontgonnen gebied en dat is een mooie gedachte. Wat verderop in de straat is er een voortuintje dat een toonbeeld van evenwicht, elegantie en moderniteit en bovenal ecologisch tuinieren is. Het is een lust voor het oog en perfect onderhouden en ik besluit om van het onze ook zo'n oase van schoonheid te maken. Ik zie de dansende kopjes van de narcissen al voor mij en bestel meteen een lading plantjes in de kwekerij in de buurt. Narcis, begonia, lelie, akeleitjes en misschien nog wat kruiden. Een miniatuurtuintje voor onze deur, dat lijkt me wel wat.

Misschien is klein beginnen wel de oplossing die we zoeken?


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

De draaglijke donkerte van ons bestaan

Onze rek wordt op de proef gesteld, ik voel het aan veel dingen. De tweede lockdown is nog lang niet teneinde en wat daarna komt, is v...