We draaien rondjes
rond onze eigen as, omdat we geen doel meer hebben. Geen werkplek om naartoe te
hollen, geen zeven winkels meer af voor die ene broek of trui, of het boek dat
we dringend nodig denken te hebben. We zijn blijkbaar niet gemaakt om stil te
staan. En toch botsen we nu de hele tijd tegen grenzen aan, letterlijk en
figuurlijk. We gaan op eten uit, maar beperken dat tot één persoon en maximaal één
keer per week. Voor de rest benutten we de korte keten: de buurderij uit de
buurt, de geitenboerderij, de bakker om de hoek, de slager in de straat. En het
lokale tuinbedrijf levert nog steeds aan huis.
En toch hebben we
zwerflust. We zwerven tussen doelmatigheden door wat doelloos door het huis,
trekken de koelkast open terwijl we niet echt honger hebben, op zoek naar troost,
onder eender welke vorm. Vandaar dat ik de massale trek naar containerparken en
tuincentra wel kan begrijpen. Al zou ik er zelf nooit voor in de rij gaan
staan. We fietsen wel naar de bakker: over idyllische boerenwegels, bruggen en
dan via een nooit eerder ontdekt pad voelen we ons bevrijd en nergens bedreigd.
We keren terug en volgen een ander pad, dat een walhalla aan natuurpracht laat
zien. Nooit eerder gezien, nooit eerder ontdekt, want daar zoeven wij meestal
met de auto langs en dan zie je veel minder. We ontdekken een bankje, waar we
niet op gaan zitten, maar we smeden wel plannen. Als we weer uit ons kot mogen,
dan gaan we via de bakker naar deze mooie plek en eten we de broodjes meteen
daar op.
Na het middageten
strijkt ieder op zijn eigen plekje neer: echtgenoot trekt naar zijn kamer boven
op zolder voor wat muziek, zoon nestelt zich in de huiskamer voor een spelletje,
dochter wijdt zich in haar kamer aan haar eindwerk en ik vlij me achter mijn
bureau voor mijn pc. De proefdruk van een artikel over Goetghebuer dwarrelt
mijn mailbox binnen. Het ziet er fantastisch uit en ik zit te glimmen van
voorpret. Echtgenoot las de inleiding van mijn thesis na en we overlopen alle
punten die hij heeft aangeduid. Hij leest grondig en omdat hij minder in het
onderzoek zit, kan hij meteen de plekken aanduiden waar iets nog niet heel
duidelijk is. Niet is zo moeilijk als eigen werk redigeren. Ik verdiep me
verder in de literatuurstudie en moet opletten om niet weer te verdwalen in lonkende zijpaden. Ik leg een schriftje aan met insteken die ik later nog een keer kan
uitpluizen. Op de tafel in de huiskamer ligt een puzzel in wording. Wie er
voorbij loopt, probeert een paar stukjes te leggen. Het is de puzzel van het
prachtige panorama van Gent uit 1534, dat in het STAM wordt bewaard en nu in de
grote Van Eyck expo te zien was. Een mooi detail is dat dit schilderij uit de
collectie komt van niemand minder dan Pierre-Jacques Goetghebuer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten