De gloeilampen in ons
huis begeven het een voor een en we hebben er geen in reserve. Ik fantaseer
over een romantisch leven bij kaarslicht, maar erg praktisch is dat natuurlijk niet.
Echtgenoot goochelt wat met de lampen her en der en verplaatst er een paar naar
waar dringend licht moet zijn. Nieuwe lampen zijn besteld, nu is het wachten op
de levering. Een herinnering passeert op sociale media en ik moet erom lachen.
Op de foto zit ik trots achter een geïmproviseerd bureau in onze in aanbouw
zijnde verbouwing. Zes jaar geleden al, wat is de tijd snel gegaan.
Zes jaar geleden
kampeerden we in de huiskamer, toen zowat ons halve huis tegen de vlakte ging
om vernieuwd te worden. Soms is er geen verbouwen meer aan een opeenvolging van
stalletjes en koterijen. De grote leefkeuken en werkkamer voor mij werden
steeds meer realiteit toen de muren begonnen te verrijzen. Ik ging voor de foto
op dat plekje zitten schrijven en voelde mij toen al helemaal tot rust komen,
daar had ik zelfs geen muren voor nodig. Acht maanden brachten we in de huiskamer door, met zicht op werkmannen allerhande, zonder keuken en dus ook
zonder warm water. We wasten af op de livingtafel met teiltjes warm water uit
de badkuip boven (de badkamer was er gelukkig wel nog!). We kookten op een
klein elektrisch vuurtje en hadden ook een oven en de microgolf. Vier mensen,
drie katten en een hond op een heel kleine ruimte waar alles moest gebeuren: koken,
eten, schoolwerk, schrijfwerk, noem maar op. Het was een heel gezellige, maar
best intense periode.
Het mooiste moment kwam
toen de inderhaast dichtgemetselde deur van de ‘oude’ keuken eindelijk weer
werd opengebroken en we de grote nieuwe ruimtes in gebruik konden nemen. Twee
rijen stenen weg en er viel er licht in de huiskamer. Licht! Openheid! Ruimte! Het
was een bijna goddelijke ervaring. Mens en dier herademde en we hebben dat
gevoel behouden. Dat gevoel van dankbaarheid, van blijheid en van puur en
onversneden contentement. Als ik nu zie hoe mensen soms in kleine
ruimtes dicht op elkaar gepakt zitten, op elkaars lip en in elkaars bubbel, dan
hoop ik dat er op drie mei snel beterschap komt. Want in je kot moeten blijven
is niet voor iedereen hetzelfde.
Van in het begin toen
we in dit huis woonden, wilden we dat iedereen een eigen ruimte kreeg. De
kinderen sliepen jarenlang samen, maar na een tijdje was het tijd voor een
eigen kamer. En die kregen ze. Hoe klein ook, een eigen ruimte is een bubbel
voor jezelf. A room of one’s own is een van de meest ingrijpende essays die ik
ooit las. Virginia Woolf had gelijk: niet enkel figuurlijk heb je ruimte nodig,
maar ook de fysieke ruimte die zich om je heen bevindt, zorgt ervoor dat je
ademruimte hebt. En dat geldt voor iedereen. Vanaf morgen begint het afstandsleren
vanuit diezelfde huiskamer, met dezelfde vier mensen.
Binnenkort zullen wij echter
uit onze kamers kunnen komen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten