Er wordt een pakje onder de poort geschoven, de postbode belt niet
meer aan. Het is de baardtrimmer voor zoon, die daar grote nood aan
heeft. Ook in tijden van malheur moet men er immers goed uitzien.
Zeker als er videolessen zijn. Dochter had een zware nacht, met veel
meer downs dan ups en een alarm dat vaker afging dan goed was voor
onze nachtrust. Echtgenoot is net van de supermarkt terug voor de
wekelijkse boodschappen. Daar is de koelkast uitgevallen, waardoor al
het vlees weggegooid moest worden. De winkelbediende was er het hart
van in. Krantenkoppen laten vooral gemor horen. Politiediensten zijn
bang en plannen een staking. Zonder mondmaskers zijn ze niet meer
geneigd om onredelijkheid te trotseren. Ook supermarkten overwegen
dergelijke acties en de minister die verantwoordelijk is voor dat
nijpende mondmaskertekort wordt het mikpunt van spot.
Het
veld achter ons huis is wit berijmd. Het ziet er poëtisch uit,
vredig en stil, slechts af en toe doorbroken door een zwevende vogel.
Ik bestel eieren bij de boerderij om de hoek. Daar ga ik straks te
voet of met de fiets naartoe. Het is goed om in beweging te blijven.
Gisteren moest zoon voor een opdracht een verhaal uit de Decamerone
inspreken. 'Wat een mooie verhalen,' zei hij nadien met enige
verwondering en las spontaan nog wat verder. Ik ben brieven aan het
schrijven, nog niet op papier, maar in mijn hoofd. Rusteloosheid laat
zich niet intomen. Ik heb genoeg ervaring met ongedurigheid om te
weten dat ik mijn tijd moet uitzitten. Het duurt zolang het duurt.
Als we ergens geen vat op hebben, dan is het op tijd. Daarop worden
we nu met de neus gedrukt.
Bij
dergelijke huiselijke taferelen moet ik denken aan de schilderijen
van Pieter de Hooch. We gingen naar de tentoonstelling in Delft en
vielen zowel voor de stad, als voor de schilder. Wat een pracht, wat
een rust, wat een sereniteit. En
altijd een deur die open staat of een raam waar je doorheen kunt
kijken: een vluchtweg. Ik krijg de neiging om streepjes op de muur te
zetten, tot het overgaat.
Er
zijn vandaag ook goede dingen. Omdat ik moe ben, ga ik wat langzamer
door de dag. Als denkwerk niet lukt, doe ik wat klusjes. Een raam
lappen, een restje strijk. Er zit een koolmeesje op de tuintafel en
de sering staat op het punt om te bloeien. Ik stuur een berichtje
naar mijn leerlingen en krijg vrijwel meteen een vijftal reacties. Ik
voel me er bijna schuldig over: heb ik het mailtje niet te laat
verstuurd? Zitten ze bij hun computer te wachten op een teken van
leven? De traagte hangt als een sluier over dagen en nachten. Het
nieuws braakt nog wat cijfers en veel vraagtekens. Ik las gisteren
een handgeschreven kroniek over Gent in de 19de eeuw. Het jaartal was
geloof ik 1815. De eerste zin die ik las, ging over politiediensten
die op straat kwamen om oproer te bestrijden.
De
geschiedenis herhaalt zich vandaag met verve.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten