vrijdag 3 april 2020

Huiselijke taferelen


Er wordt een pakje onder de poort geschoven, de postbode belt niet meer aan. Het is de baardtrimmer voor zoon, die daar grote nood aan heeft. Ook in tijden van malheur moet men er immers goed uitzien. Zeker als er videolessen zijn. Dochter had een zware nacht, met veel meer downs dan ups en een alarm dat vaker afging dan goed was voor onze nachtrust. Echtgenoot is net van de supermarkt terug voor de wekelijkse boodschappen. Daar is de koelkast uitgevallen, waardoor al het vlees weggegooid moest worden. De winkelbediende was er het hart van in. Krantenkoppen laten vooral gemor horen. Politiediensten zijn bang en plannen een staking. Zonder mondmaskers zijn ze niet meer geneigd om onredelijkheid te trotseren. Ook supermarkten overwegen dergelijke acties en de minister die verantwoordelijk is voor dat nijpende mondmaskertekort wordt het mikpunt van spot.

Het veld achter ons huis is wit berijmd. Het ziet er poëtisch uit, vredig en stil, slechts af en toe doorbroken door een zwevende vogel. Ik bestel eieren bij de boerderij om de hoek. Daar ga ik straks te voet of met de fiets naartoe. Het is goed om in beweging te blijven. Gisteren moest zoon voor een opdracht een verhaal uit de Decamerone inspreken. 'Wat een mooie verhalen,' zei hij nadien met enige verwondering en las spontaan nog wat verder. Ik ben brieven aan het schrijven, nog niet op papier, maar in mijn hoofd. Rusteloosheid laat zich niet intomen. Ik heb genoeg ervaring met ongedurigheid om te weten dat ik mijn tijd moet uitzitten. Het duurt zolang het duurt. Als we ergens geen vat op hebben, dan is het op tijd. Daarop worden we nu met de neus gedrukt.

Bij dergelijke huiselijke taferelen moet ik denken aan de schilderijen van Pieter de Hooch. We gingen naar de tentoonstelling in Delft en vielen zowel voor de stad, als voor de schilder. Wat een pracht, wat een rust, wat een sereniteit. En altijd een deur die open staat of een raam waar je doorheen kunt kijken: een vluchtweg. Ik krijg de neiging om streepjes op de muur te zetten, tot het overgaat.

Er zijn vandaag ook goede dingen. Omdat ik moe ben, ga ik wat langzamer door de dag. Als denkwerk niet lukt, doe ik wat klusjes. Een raam lappen, een restje strijk. Er zit een koolmeesje op de tuintafel en de sering staat op het punt om te bloeien. Ik stuur een berichtje naar mijn leerlingen en krijg vrijwel meteen een vijftal reacties. Ik voel me er bijna schuldig over: heb ik het mailtje niet te laat verstuurd? Zitten ze bij hun computer te wachten op een teken van leven? De traagte hangt als een sluier over dagen en nachten. Het nieuws braakt nog wat cijfers en veel vraagtekens. Ik las gisteren een handgeschreven kroniek over Gent in de 19de eeuw. Het jaartal was geloof ik 1815. De eerste zin die ik las, ging over politiediensten die op straat kwamen om oproer te bestrijden.

De geschiedenis herhaalt zich vandaag met verve.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

De draaglijke donkerte van ons bestaan

Onze rek wordt op de proef gesteld, ik voel het aan veel dingen. De tweede lockdown is nog lang niet teneinde en wat daarna komt, is v...