Terwijl ik celloles heb via Skype, wordt de citroen-yoghurtcake in de
oven gaar. Ik speel eerst een idylle, daarna nemen we een nieuw stukje door.
Het klinkt nog niet zo idyllisch, maar dat komt wel in orde. Na de les zit ik
in mijn schrijfkamer met het raam op een kier. Er waait een fris windje naar
binnen en dat doet deugd. Even de stofnesten verjagen. De muizenissen uit het
hoofd blazen. Het hoofd leegmaken door iets technisch te doen. Muzieknoten zijn
dan misschien technisch, maar de melodie is dat niet. Het is acht uur en ik hoor
muziek door de straat schallen. Elke avond zet iemand zijn radio op voor de
zorg. Terwijl het in de verte wat rommelt in de lucht, niet erg genoeg om je
druk over te maken, klappen mensen ritmisch mee. De cake is inmiddels klaar en
staat af te koelen op het aanrecht.
Ik hou me intussentijd nog wat bezig met het transcriberen van een
Duitse geboorteakte in een handschrift dat ik nog nooit heb gezien. Wat een mooi
handschrift! Maar zo op het eerste gezicht onleesbaar. En dan doen mijn
hersenen vreemde dingen. Door te kijken en te blijven kijken, herken ik eerst
één letter en daarna nog één en plots een heel woord. Ons brein werkt op
magische wijze. Ik vorm woorden in mijn hoofd en die typ ik op het blad. Ik
moet niet naar mijn vingers kijken en heb ook correct leren typen, min of meer
met alle juiste vingers dus. De gordijnen in mijn kamer bollen op van de steeds
harder aanzwellende windvlaag. Het regent. Ik sluit het raam, want de cello
staat nog open en ik wil niet dat hij straks zakt in toon, want stemmen is
moeilijk vanop afstand.
Vandaag kreeg ik een mail uit het archief in Alkmaar, waar ‘mijn’ Arent zijn
eend tekende. Er zijn nog meer bronnen opgedoken en – wat heerlijk! – in Nederland
zijn de meeste oude registers al getranscribeerd en online te vinden. Ik hou
van het transcriberen, maar je kunt er volgens mij pas echt goed in worden, als
je er elke dag mee bezig bent. Soms is er gewoon geen tijd genoeg. Echtgenoot
repareert een lamp in de badkamer. Die sprong gisteravond in duizend stukken
kapot, het hele bad lag vol scherven. Gelukkig raakte niemand gewond. De
kinderen kregen nieuwe roosters op school; we kijken reikhalzend uit naar
wanneer we weer gewoon ergens naartoe kunnen. Alles is relatief. We vieren de
dag van de arbeid, waar we anders zo naar uitkijken, omdat het een vrije dag is
en vaak vergezeld wordt van een brugdag. Nu moet ik heel vaak kijken welke dag
we precies zijn – ik dreig de tel kwijt te raken. Manlief genoot van zijn
eerste webinar – over mobiliteit – wat had u dan gedacht? Het moet nu eenmaal
vooruit gaan, is dan ook zijn dagelijkse leus. Dat is een mooie definitie van
een mensenleven. Af en toe stilstaan en dan weer verder gaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten