vrijdag 1 mei 2020

Idylle


Terwijl ik celloles heb via Skype, wordt de citroen-yoghurtcake in de oven gaar. Ik speel eerst een idylle, daarna nemen we een nieuw stukje door. Het klinkt nog niet zo idyllisch, maar dat komt wel in orde. Na de les zit ik in mijn schrijfkamer met het raam op een kier. Er waait een fris windje naar binnen en dat doet deugd. Even de stofnesten verjagen. De muizenissen uit het hoofd blazen. Het hoofd leegmaken door iets technisch te doen. Muzieknoten zijn dan misschien technisch, maar de melodie is dat niet. Het is acht uur en ik hoor muziek door de straat schallen. Elke avond zet iemand zijn radio op voor de zorg. Terwijl het in de verte wat rommelt in de lucht, niet erg genoeg om je druk over te maken, klappen mensen ritmisch mee. De cake is inmiddels klaar en staat af te koelen op het aanrecht.



Ik hou me intussentijd nog wat bezig met het transcriberen van een Duitse geboorteakte in een handschrift dat ik nog nooit heb gezien. Wat een mooi handschrift! Maar zo op het eerste gezicht onleesbaar. En dan doen mijn hersenen vreemde dingen. Door te kijken en te blijven kijken, herken ik eerst één letter en daarna nog één en plots een heel woord. Ons brein werkt op magische wijze. Ik vorm woorden in mijn hoofd en die typ ik op het blad. Ik moet niet naar mijn vingers kijken en heb ook correct leren typen, min of meer met alle juiste vingers dus. De gordijnen in mijn kamer bollen op van de steeds harder aanzwellende windvlaag. Het regent. Ik sluit het raam, want de cello staat nog open en ik wil niet dat hij straks zakt in toon, want stemmen is moeilijk vanop afstand.



Vandaag kreeg ik een mail uit het archief in Alkmaar, waar ‘mijn’ Arent zijn eend tekende. Er zijn nog meer bronnen opgedoken en – wat heerlijk! – in Nederland zijn de meeste oude registers al getranscribeerd en online te vinden. Ik hou van het transcriberen, maar je kunt er volgens mij pas echt goed in worden, als je er elke dag mee bezig bent. Soms is er gewoon geen tijd genoeg. Echtgenoot repareert een lamp in de badkamer. Die sprong gisteravond in duizend stukken kapot, het hele bad lag vol scherven. Gelukkig raakte niemand gewond. De kinderen kregen nieuwe roosters op school; we kijken reikhalzend uit naar wanneer we weer gewoon ergens naartoe kunnen. Alles is relatief. We vieren de dag van de arbeid, waar we anders zo naar uitkijken, omdat het een vrije dag is en vaak vergezeld wordt van een brugdag. Nu moet ik heel vaak kijken welke dag we precies zijn – ik dreig de tel kwijt te raken. Manlief genoot van zijn eerste webinar – over mobiliteit – wat had u dan gedacht? Het moet nu eenmaal vooruit gaan, is dan ook zijn dagelijkse leus. Dat is een mooie definitie van een mensenleven. Af en toe stilstaan en dan weer verder gaan.


Het leven kan weer een aanvang nemen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

De draaglijke donkerte van ons bestaan

Onze rek wordt op de proef gesteld, ik voel het aan veel dingen. De tweede lockdown is nog lang niet teneinde en wat daarna komt, is v...