De wereld is stiller
dan anders. Vandaag begint de lente. Ik zie ze door het keukenraam
naar binnen gluren. Buiten voel ik de winter nog in de lucht hangen.
Er staat een koude wind die aan je oren bijt. Het is stil en dat komt
niet doordat het vroeg dag is. In de straat rijden haast geen auto's,
er zijn mondjesmaat fietsers en voetgangers lopen elkaar in een boog
van anderhalve meter voorbij. Voor de bakker naast de deur staan de
klanten verspreid, alsof ze daar achteloos zijn neergeplant. Door een
hogere macht? Er hangt iets in de lucht en het is niet alleen de
lente.
Een stille vijand
zwerft door het land, houdt met geen grenzen rekening en slaat
geruisloos toe. We sluipen het huis weer in na een wandeling die
bijna verboden aanvoelt. Het huis omarmt ons, we zijn weer veilig. De
wereld zal straks heel even, om zeven uur weer binnenkomen in een
reeks getallen, die dagelijks dramatisch toenemen.
Vanochtend dronk ik
koffie en dacht aan de groep Duitse toeristen die vandaag niet in het
museum op mij stonden te wachten. De indrukwekkende Van Eyck Expo is
al een week noodgedwongen dicht, net als zoveel andere musea hun
deuren gesloten hebben. In gedachten wandel ik door de zalen die ik
net 14 keer aan bezoekers liet zien. De wereld van Van Eyck schemert
nu in halfduistere museumzalen. Tot vijf april moet onze wereld even
op pauze. Ik heb de neiging om voortdurend mijn adem in te houden.
Het leven komt
aarzelend tot stilstand. De virtuele wereld laat meer wandelend en
fietsend volk zien dan in lange tijd het geval was. Na het schoolwerk
worden hier spelletjes uit de kast gehaald. Er worden klusjes gedaan
die al lang moesten gebeuren: een rekje aan de muur vijzen, de rozen
in de tuin opbinden, het tuinhuis nog maar een keer uitmesten.
Vanochtend gaf de wasmachine de geest. Twintig jaar dienst is goed
gewerkt. Een nieuwe bestellen kostte drie klikken. De handwas staat
nu al in de week. Dat is iets wat normaal gezien enkel op reis
gebeurt.
Ik denk aan
Zuid-Frankrijk en het huis van mijn oom en tante in de
Lot-et-Garonne. Rust roest tussen glooiende velden met pruimenbomen,
zonnebloemen en gedroogde ajuinen. Het liggen, het lezen, het rusten,
het ontkurken van een fles Vin de merde, le vin des philosophes.
Zo stil als het daar is, is het hier nu. Onwezenlijk stil: het moment
waarop de schilder zijn penseel van het paneel haalt en met fronsende
blik twijfelt of het genoeg is. Of het af is. Of het is geworden wat
hij in zijn hoofd had.
Op dit moment buigen
duizelingwekkend snel benoemde ministers zich over de nieuwe cijfers
en vragen zich af of de piek al in zicht is. Witte lakens met zwarte
woorden van dank wapperen langs huizen, iemand zingt met rauwe stem
'Mia' en in Venetiƫ komen dolfijnen en zwanen zich in het zuivere
water van de kanaaltjes nestelen.
Over vijf minuten
gaat het nieuws beginnen.
©
Inge Misschaert
Geen opmerkingen:
Een reactie posten