De laatste woorden van de
romantische antiheld Cyrano de Bergerac waren deze: “J’emporte malgré vous
mon panache.”
Daarna sterft hij op dramatische
wijze in de armen van zijn grote liefde. Het toneelstuk werd in 1897 geschreven
door Edmond Rostand, die het verhaal omschrijft als een heroïsche komedie. In
het vierde middelbaar zag ik de film en bleef buiten adem en met tranen in mijn
ogen achter. Gerard Depardieu was de geknipte figuur om deze poëtische figuur
te belichamen. Cyrano de Bergerac was een zeventiende-eeuwse schrijver,
dichter en militair met een nogal groot uitgevallen neus en een diepe liefde
voor zijn nichtje Roxane. Zij heeft echter alleen oog voor de jonge en knappe
Christian. Die slaagt er dan weer niet in om zijn gevoelens op papier te
krijgen, een gave waarover Cyrano wel beschikt. Uit naam van Christian schrijft
hij Roxane brieven – en zij wordt verliefd op de schrijver ervan. Helaas beseft
ze pas op het einde bij wie haar liefde echt ligt. Panache betekent
zoveel als zwier. Wat een prachtige en rijke taal is het Frans toch! Sinds ik
een negentiende-eeuws archief bestudeer, lees ik deze taal meer dan ooit. Het
is dankzij mijn leerkracht Frans dat ik de taal zo goed meester ben – al was
dat toentertijd niet meteen aan mijn punten te merken. Het woord panache
is mij echter altijd bijgebleven, ook al omdat het de naam van een tijdschrift
was dat wij moesten lezen.
Twee zomers geleden verbleven we
bij mijn oom en tante in Zuid-Frankrijk. We reden langs zonnebloemvelden en
glooiende akkers vol tarwe. De bloemen keken allemaal dezelfde kant uit; zij
draaiden hun koppen sierlijk mee met de vlucht van de zon. We passeerden
onooglijke ingeslapen dorpjes met poëtische namen, die ik me niet meer
herinner. We bezochten het dorpje Bergerac, waar een groot standbeeld van
Cyrano het typisch Franse pleintje siert; kochten wijn met zijn neus erop en
aten stokbrood, zomaar uit het vuistje. Ik stelde me voor dat hij hier
rondwaarde – met zwier. Het was een mooie dag en er was bijna niemand op
straat, alle luiken waren dicht. Dat komt gevaarlijk dicht bij wat we nu in het
straatbeeld zien.
Als we dan toch onze tijd moeten
uitzitten, dan moeten we dat doen met panache. Waarom niet? We zijn allemaal zo
behept met snelheid, en – een uitdrukking waar ik een hekel aan heb – van alles
in het leven ‘meepikken’. Dat levert slechts een oppervlakkige ervaring op. Is
het niet beter je volledig onder te dompelen in een ervaring en te leren hoe je moet
kiezen? Kunnen we het dan echt allemaal hebben? Is dit niet waar zovelen ons nu
op wijzen, dat deze tijden van corona ons iets moeten leren. Want waar we nu
nagelbijtend de piek afwachten, beseffen we misschien nog niet ten volle dat er
ook een na zal zijn. Ilja Leonard Pfeijffer schrijft in zijn column dat
wij deze strijd met decorum moeten aangaan. Ik voeg daaraan toe: en met panache.
De zonnebloemen kijken nog
allemaal dezelfde kant op.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten