De dagen lijken langer, de uren tikken trager. Het is zondagochtend
en de wereld lijkt niet anders dan anders. Er staan veel auto's bij
de bakker, waar mensen nog steeds buiten wachten. De sfeer is echter
gespannen: af en toe stijgen stemmen hoog op. Tot een echte discussie
komt het gelukkig niet. Afstand bewaren is ons mensen vreemd. Het
voelt aan als de verkeerde jas. Het levert nog steeds bizarre
situaties op. Gisteren zag ik twee kinderen op de fiets, ze droegen
een zelfgemaakt mondkapje. De vader droeg er geen. Het was een schok
en tegelijkertijd een geruststelling. Een daad van pure liefde.
De eigenaar van het
tuincentrum in de buurt stuurt een berichtje dat hij dan toch
toestemming krijgt van de gemeente om zijn planten bij mensen thuis
te leveren. Ik bestel meteen viooltjes. Die kunnen straks de
bloembakken voor het huis opfleuren. Zijn dat niet de voorbodes bij
uitstek van betere tijden? Een viooltje groeit overal, in alle
omstandigheden en kan de vriesprik die voor deze week voorspeld wordt
best verdragen. De bloemen lijken op lachende gezichtjes en net als
de zonnebloemen in Frankrijk volgen ze stuk voor stuk de zon. Hij
kijkt opgelucht als hij ze levert, ik laat hem het wisselgeld
houden. We houden voorzichtig afstand: hij zet ze neer en ik pak ze
op als hij ver genoeg verwijderd is. We glimlachen wat meewarig en
begrijpend. De bloemen staan onschuldig tussen ons in. Wat zonde als
hij die zou moeten weggooien. Ik plant ze straks in bloembakken en
hoop dat ze zich spontaan zullen uitzaaien, zoals vorig jaar. Zelfs
in een klein beetje aarde tussen twee stenen wortelen ze zich. De
natuur kent geen barrières. Volgende week zal ik nog een keer
bestellen. Lavendels, of misschien is dat nog te vroeg?
Dagelijks lees ik de
column die Ilja Leonard Pfeijffer voor een Nederlandse krant
schrijft. De schrijver woont in Genua en bericht in een beklijvende
tekst elke dag over de realiteit die zich momenteel in Italië
afspeelt. Hallucinante beelden, slechts een paar grenzen van ons
verwijderd. Het verhaal over een inderhaast georganiseerde begrafenis,
waarbij de familieleden te laat op de hoogte werden gebracht, grijpt
me naar de keel. Honden hebben het daar nog nooit zo goed gehad: dat
is voor mensen in Lombardije een reden om nog naar buiten te mogen.
De schrijver verlaat zijn huis af en toe voor boodschappen, maar
nooit zonder mondkapje en zich altijd bewust van de risico's. Zijn
observaties zijn vlijmscherp, zijn schrijfstijl tegelijkertijd een
soort van troost. Ik leg Grand Hotel Europa klaar voor straks, na de
middag.
De kat miauwt en
rekt zich loom uit. Zij trekt zich van geen barrière iets aan en
wandelt parmantig in en uit. Buiten de grenzen van onze tuinen strekt
zich haar domein uit. Zij vraagt zich niet af, waarom wij nu zo vaak
thuis zijn, eist enkel dat wij de deur open en dicht doen, als
gewillige portiers tussen twee verschillende werelden.
Sinds gisteren zijn
de grenzen van ons land gesloten.
©
Inge Misschaert
Geen opmerkingen:
Een reactie posten