Anderhalve meter. Twee woorden, die op dit moment een pijnlijk visuele
connotatie krijgen. Het zijn geen onschuldige termen, zij staan voor de wereld
waarin we vandaag leven. Markeringen op stoepen en op aulastoelen laten ons
letterlijk voelen waar de onzichtbare grens ligt. We hebben die grens sinds 12 maart
gedwee ondergaan. We bleven stilstaan, als bevroren beelden en volgden alle maatregelen
netjes op. Want daarna zou het beter gaan, het zou stilaan worden losgelaten,
naarmate de cijfers daalden. De cijfers zijn veelbelovend en de maatregelen
worden versoepeld. We ademen weer en we her-leven. De impact ons leven is groot.
Veel te groot. Voor alle studenten en leerlingen – en ook wat voor mezelf – dit
pleidooi.
Het onderwijs veranderde van de ene op de andere dag compleet. Lessen
gingen digitaal, cursussen werden bijgesteld en zowel studenten als docenten wrongen
zich in bochten om van die laatste maanden een haalbare kaart te maken. De
eindmeet was immers in zicht, zeker voor masterstudenten die zouden afstuderen.
Archieven sloten, bibliotheken gingen dicht, maar de scandienst bracht redding.
Deadlines werden bijgesteld en kaarten herschud. Online examens of examens in
grote hallen met mondmaskers, de studenten draaiden er hun hand niet voor om.
Sociaal contact werd beperkt en het echte studentenleven kon enkel viraal, maar
goed, ook dat kon er wel bij.
Daarom net komt het bericht dat de proclamatie enkel digitaal zal
verlopen bijzonder hard aan. Die boodschap komt ook veel te vroeg:
midden in het blokproces. Het is die laatste klap, die er te veel aan is.
Anderhalve meter. Dat is vast en zeker te vergelijken met de stapel
leerstof die de voorbije vier jaar op ons werd afgevuurd. Dikke syllabussen
blokken, boeken lezen, kunstwerken uit het hoofd leren, papers schrijven en
herschrijven en de stress van de masterproef als klapstuk in dat laatste jaar.
Het is allemaal gelukt, omdat we ervoor gingen, omdat we de moed niet lieten
zakken en omdat we dachten: die eindmeet is niet zo veraf meer. Anderhalve
meter misschien.
De studenten zijn ontgoocheld. Uiteraard kan dit gewoon genegeerd
worden. Ik pleit echter met klem voor het niet-negeren. Schrijf
geschiedenis door een creatieve oplossing te bedenken. Durf mee te denken met
studenten die bewezen hebben dat zij kritische geesten zijn en sterke argumenten
kunnen bedenken, getuige de petitie die op Facebook circuleert.
Afstuderen is een feest, in toga en met een hoed. Het is op dat podium
stappen en weten dat je het gehaald hebt. Het is een afronding van een lange
studie, een sluitstuk, een apotheose. En dat moet samen, samen met
medestudenten en de professoren en assistenten die ons daarbij hebben geholpen.
Het is een lijfelijke aanwezigheid die je moet voelen, de energie die moet
zinderen in een gezamenlijke ruimte: een aula, een expohal of zelfs gewoon
buiten op het Sint-Pietersplein, waarom niet? Er kan echt geen sprake zijn van
een virtuele plechtigheid, geloof ons vrij, we hebben de laatste tijd al genoeg
hoofden op schermen gezien om er een generatie mee voort te kunnen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten